Jak Beemsterboer

Jak Beemsterboer woont en werkt in Alkmaar en studeerde aan de Rietveld Academie te Amsterdam. Na het volgen van de studierichtingen audiovisueel, grafisch ontwerpen en binnenhuisarchitectuur studeerde hij af met een individueel pakket. Sindsdien heeft hij zich voornamelijk toegelegd op het maken van collages.

Thema’s die hij gebruikt zijn de bekende basisthema’s uit de beeldende kunst: portretten, landschappen en stillevens.

In zijn werk draait het altijd om personen ook al lijken ze niet altijd aanwezig te zijn in de collages. Deze personen zijn niet meteen te duiden, ze zijn zowel aantrekkelijk en verleidelijk als afstotend en verontrustend, ze zijn vaak zowel man als vrouw.

In deze collages zijn verwijzingen te vinden naar o.a. de actualiteit, de kermis, de media, science fiction, verwondingen, huid en haar, architectuur, erotiek en verzamelingen. Dit resulteert in een beeld dat zowel realistisch, dromerig als vervreemdend is.

De technieken die hij gebruikt zijn niet wat ze lijken te zijn; geen gemanipuleerde computerfoto’s maar met engelengeduld uit tijdschriften geknipte en geplakte reclamefoto’s die handmatig tot een geheel worden gevormd. Door middel van uitsneden, veranderingen en toevoegingen (o.a. met ballpoint en viltstift) ontstaan nieuwe beelden die een geheel eigen en nieuwe betekenis krijgen.

Jak Beemsterboer lives and works in Alkmaar (the Netherlands) and studied at the Rietveld Academy in Amsterdam. After following a study of visual, graphic and interior design, he graduated with an individual portfolio. Since then he has mainly concentrated on creating collages.

Themes that he uses are the well-known basic themes in art: portraits, landscapes and still lifes.

His work revolves always about persons even if they seem not to be present in the collages. These persons are not easily placed, they are both attractive/seductive and repulsive/disturbing. They are often a fusion of male and female.

These collages include references to current events, the funfair, the media, science fiction, injuries, skin and hair, architecture, erotica and collections. This results in an image that’s realistic, but also dreamlike and alienating.

The techniques he uses are not what they seem, not computer manipulated photos but painstakingly cut clippings from magazines and advertising photos that are pasted to form a whole. Images with a unique new meaning are created by cropping, altering and making additions (including with ballpoint and pen).

Exhibitions